Na een periode vol tegenslag kijkt de 65-jarige Jan de Meijer met trots terug op drie intensieve maanden in woonzorg- en revalidatiecentrum Veenkade. Na zijn beenamputatie werkte hij hard aan zijn herstel en vond hij stap voor stap zijn zelfstandigheid terug.
Wie Jan ontmoet, merkt meteen zijn opgewekte aard. “Ik heb altijd van het leven genoten,” vertelt hij. “Ik ga graag vissen, bezoek rommelmarkten en trek er vaak op uit met mijn broer.” Die actieve levensstijl maakte het des te ingrijpender toen zijn gezondheid hem in de steek liet. “Drie jaar geleden kreeg ik een Charcot-voet, een complicatie van diabetes waarbij botten broos worden en vervormen. Het begon met een klein wondje. Door zenuwschade voelde ik geen pijn in mijn voet, dus ik bleef erop lopen. Daardoor braken de botjes en verloor ik gaandeweg de stevigheid.”
Een moeilijk, maar noodzakelijk besluit
Toen zelfs meerdere ingrepen met metalen pennen geen blijvend resultaat gaven, moest Jan een ingrijpende keuze maken. “Op een dag brak er opnieuw een ijzeren pen in mijn voet. De artsen wilden er acht nieuwe plaatsen, maar konden geen genezing garanderen. Ik was op. In juli riep ik: haal het been er maar af! Eén duidelijke ingreep, zodat ik eindelijk kon beginnen met echt herstel.”
Met de amputatie begon een nieuw hoofdstuk: revalideren bij Veenkade in Veendam. “Het team deskundigen werkten samen aan één doel: mij weer zo zelfstandig mogelijk maken.” Tot zijn opluchting trof Jan er drie lotgenoten. “We hadden alle drie een amputatie doorgemaakt. Daardoor konden we eerlijk delen wat dat met ons deed, en dat gaf veel steun.”
![]()
Ik stond er niet alleen voor: lotgenoten en het deskundig team hielpen me door elke fase.
Werken aan kracht en vertrouwen
De start van de revalidatie staat Jan nog helder voor de geest. “De Ergotherapeut hielp me bij dagelijkse handelingen: douchen, aankleden en het verzorgen van mijn beenwond.” En al snel stond hij in de oefenruimte van de fysiotherapie. “De eerste dagen waren loodzwaar,” zegt Jan. “Maar Fysiotherapeuten Hanneke en Yvonne bleven me aanmoedigen. Op de loopbrug werkte ik eerst aan mijn balans en daarna moest ik opnieuw leren lopen. Vervolgens trainde ik de kracht in mijn gezonde been met de Motomed, een elektrische trainingsfiets die voor mijn rolstoel werd geplaatst.”
Toen zijn wond volledig genezen was, begon voor Jan het echte werk: leren omgaan met de oefenprothese. “Aan- en uittrekken, mijn houding en balans terugvinden, omgaan met drukpunten”, somt Jan op. “Daarna kwamen de eerste stapbewegingen en het oefenen van een goed looppatroon. Door de begeleiding kreeg ik niet alleen de techniek onder de knie, maar vooral het vertrouwen om mijn nieuwe been echt te gebruiken.”
Grip op fantoompijn
Ook de fantoompijn vroeg om aandacht. “Ik had vaak jeuk in de voet die ik niet meer had. Met spiegeltherapie moest ik mijn gezonde been naast een spiegel zetten waardoor het leek alsof ik twee benen had. Vervolgens moest ik in de spiegel kijken en aan mijn gezonde voet krabben. Hierdoor verdween de jeuk in mijn geamputeerde voet!”
Toen de wond volledig genezen was, kreeg Jan van de revalidatiearts groen licht voor het aanmeten van zijn eigen prothese. “Bij OIM in Groningen controleerden ze alles: drukpunten, pasvorm en looptechniek. Een week voor mijn ontslag kreeg ik mijn prothese. De medewerker van OIM zag hoe gemakkelijk ik hem aantrok en vond dat geweldig. Dat had ik hier al veel geoefend.
Het moment dat hij ermee wegliep, staat hem helder bij. “Ik stond op en liep zelfstandig de gang door, zonder rollator. Een Verpleegkundige riep vanaf de tweede verdieping: ‘Goed zo Jan, ik ben trots op je!’”
Terug naar huis
Inmiddels is Jan weer thuis en merkt hij elke dag hoe waardevol zijn revalidatieperiode is geweest. “Het team heeft me fantastisch begeleid. Door alles rustig op te bouwen voel ik me nu zeker en kan ik mijn dagelijkse bezigheden weer zelf uitvoeren.” Jan wandelt dagelijks, steeds wat verder en als hij terugkijkt, is zijn conclusie helder. “Ik heb de juiste keuze gemaakt door mijn been te laten amputeren. Dankzij de steun van de Fysiotherapeuten, de Ergotherapeut, de Verpleging en OIM, heb ik mijn zelfstandigheid weer terug.”